maart 16 - 2023

Voor niets gaat de zon op.... al de rest heeft zijn prijs!

Donderslag bij heldere hemel! Zo leek het toch toen het bericht kwam dat Silicon Valley Bank (SVB) het faillissement had aangevraagd. Het was geen grote bank. In omvang de zestiende bank van de VS, met 210 miljard dollar op de balans (omgerekend 0,91 procent van alle bankbezittingen in de Verenigde Staten).

Het verhaal van Silicon Valley Bank

Silicon Valley Bank (SVB) is geen typische bank. Zoals de naam doet vermoeden was de bank vooral gericht op bedrijven actief in de technologiesector en start-ups. Om de val van de bank te begrijpen moeten we 3-tal jaar terug in de tijd. Tijdens de coronacrisis waren de technologiebedrijven de grote winnaars. Iets waar SVB mee van profiteerde, want het geldvolume op de bankrekeningen van hun klanten groeide razendsnel. De bank investeerde dat geld op zijn beurt onder meer in langlopende staatsleningen. Dat zijn doorgaans veilige investeringen voor de lange termijn. Toen de rente vorig jaar echter fors begon te stijgen, bleek dat alsnog een riskante zet te zijn geweest. Rentestijgingen zorgen nu eenmaal voor een negatieve correctie op de tussentijdse waardering van obligaties. Afgelopen jaar kwam daar ook nog eens bij dat er na de hype een (forse) correctie kwam op de waardering van diezelfde technologiebedrijven. De banksaldi daalden doordat klanten opnieuw hun geld kwamen opnemen. Meer geld dan liquide beschikbaar was op dat moment, waardoor ook de obligaties met verlies moesten verkocht worden. Een faillissement werd onvermijdelijk.

Banken en hun obligatieportefeuille

En zo komt meteen een risico aan de oppervlakte waar beleggers tot voor kort de ogen voor hadden gesloten. Maar hoe kan dit?

Hiervoor moeten we kijken naar de regelgeving. Volgens de kapitaalregels mogen banken obligaties op de balans zetten tegen kostprijs, mits ze aangeven dat ze van plan zijn om die obligaties tot einde van hun looptijd aan te houden. De bank hoeft dan ook geen tussentijdse verliezen te boeken als de rente oploopt. Op die manier blijven de reële risico's mooi onder de radar en de winsten op peil.

Inhoudelijk is er ook niets mis met het veilige karakter van dit type obligaties. Het zijn immers vrijwel exclusief zeer veilige obligaties die vaak een staatsgarantie hebben. Het huidige risico zit hem vooral vervat in de combinatie van lange(re) looptijden en de fors oplopende rente. Zo had Silicon Valley Bank een obligatieportefeuille van 120 miljard dollar op een balanstotaal van 210 miljard dollar. Daarvan stond 91 miljard dollar aan obligaties op hun balans geboekt als 'aan te houden tot einde looptijd'. De gemiddelde looptijd van hun obligatieportefeuille was iets meer dan 6 jaar.

Som gaat het goed, soms gaat het fout. Maar plots gaat het goed fout!

Een eenvoudig rekensommetje maakt veel duidelijk. Als we er mogen vanuit gaan dat de gemiddelde looptijd van de obligatieportefeuille van Silicon Valley Bank 6,2 jaar bedraagt en de totale obligatieportefeuille 91 miljard dollar, betekent een rentestijging van amper 1 procent een direct waardeverlies van 6 miljard dollar. (6,2 jaar x 1 procent x 91 miljard dollar).

In de praktijk had SVB een eigen vermogen van 13,7 miljard dollar. Het effectieve verlies op de obligatieportefeuille was opgelopen tot 15 miljard dollar. Ogenschijnlijk was er geen probleem, want deze tussentijdse verliezen dienden niet gepubliceerd te worden. Tot vorige week dus. Het gerucht begint zich te verspreiden dat de bank in de gevarenzone zit en klanten er goed aan doen om hun centen zo snel mogelijk af te halen. Contradictorisch genoeg werd SVB hierbij in snelheid genomen door de technologie ontwikkeld door eigen klanten. Via sociale media verspreidde het nieuws zich razendsnel. Via apps en andere online banksystemen verdween het geld razendsnel van de rekeningen. Om elk van hen terug te betalen heeft de bank geen andere keuze dan de obligaties alsnog om te zetten in cash en met verlies te verkopen. Op dat moment wordt de boekwaarde omgezet in een marktwaarde die vele malen lager blijkt te liggen... zo stapelen de verliezen zich razendsnel op en is een faillissement onvermijdelijk.

Joe Biden

Hebben we dan niets geleerd van de bankencrisis in 2008? Toch wel! Zo kwam er, anders dan bij Lehman Brothers, een snelle en krachtige reactie vanuit de Amerikaanse overheid. Het depositogarantiesysteem, waarbij het spaargeld van elke Amerikaan gewaarborgd is voor 250.000 dollar werd opzij geschoven en vervangen door een garantie op alle deposito's zonder limiet. Ook mogen banken hun Amerikaanse staatsobligaties tegen 100 procent van hun nominale waarde als onderpand gebruiken in ruil voor centen. Op die manier worden banken plotsklaps opnieuw een pak meer liquide. En zo werd heel snel de lont uit het kruitvat gehaald. "De Amerikanen mogen erop vertrouwen dat hun spaargeld veilig en toegankelijk is", stelde Biden. Daarnaast werd gesteld dat de belastingbetaler geen impact zal voelen. Maar vooral dat laatste stemt toch toch tot nadenken!

There is no free lunch!

Heeft niet alles zijn prijs? Juister was waarschijnlijker geweest: de redding van het Amerikaanse bankensysteem kost de belastingbetaler rechtstreeks geen cent. Er is namelijk een onmiskenbare link tussen enerzijds de bestrijding van de veel te hoge inflatie, de rentepolitiek van de FED en de liquiditeitsproblemen die opduiken bij de banken. Als de FED naar aanleiding van de recente gebeurtenissen op korte termijn niet kan doorgaan met het optrekken van de rente betekent dit dat je de inflatieproblematiek voorlopig niet verder aanpakt. Hierdoor zal de inflatie langer hoog blijven en het dagelijkse leven nog duurder worden. En dat zijn kosten waar elke Amerikaanse belastingbetaler, indirect weliswaar, mee geconfronteerd zal worden. Daarmee kan je stellen dat op korte termijn de gevolgen van het probleem worden opgelost, namelijk het spoedige herstel van het vertrouwen in de banken, maar niet het probleem op zich natuurlijk. Je hebt nu eenmaal een verdere stijging van de rentes nodig om de hardnekkig (kern)inflatie te counteren.

Solvabiliteit versus liquiditeit.

Het is moeilijk te begrijpen dat net de 'specialisten/bankiers' het risico van mogelijke rentestijgingen zo zwaar onderschat hebben. Belangrijk is wel om mee te geven dat huidige problemen niet te vergelijken zijn met die van de bankencrisis in 2008. Toen was er sprake van een solvabiliteitsprobleem. De kiem van de crisis lag bij de subprime-kredieten in de VS, hypotheekleningen die waren gegeven aan mensen met een beperkte kredietwaardigheid. Bovendien waren veel van die woonkredieten verstrekt tegen een variabele rente. Door de rentestijging in de VS tussen 2003 en 2007 kregen heel wat kredietnemers betalingsproblemen. Een flink stuk van die lage kwaliteitskredieten werden bovendien door de oorspronkelijke kredietverstrekkers doorverkocht aan andere financiële partijen als belegging. Op die manier kwam er heel snel een mondiale bankencrisis op gang. Vandaag is er bij de banken vooral een liquiditeitsprobleem. Anders dan in 2008 zijn de achterliggende obligaties veelal wel van hoge kwaliteit (o.a. Amerikaanse staatsobligaties). Simpel gezegd komt het hierop neer: U ontvangt vandaag een factuur van 50.000 euro, maar uw geld komt pas vrij einde dit jaar. Verkopen voor de eindvervaldag brengt evenwel torenhoge verliezen met zich mee!


Zonder meer, opnieuw een smet op het blazoen van de banken! Het lijkt wel oude wijn in nieuwe zakken waarbij banken opnieuw lijken weg te komen met hun roekeloze gedrag. Nog te vaak is het credo binnen de banken: we privatiseren en maximaliseren onze eigen winsten, maar als het fout loopt, gaan we voor een collectieve schuldenregeling met de belastingbetaler voorop. Iets wat dus opnieuw is gebeurd in de VS.

Tot slot is het volgende week opnieuw uitkijken naar de speeches van Jerome Powell en de FED, die water en vuur zal moeten verzoenen!

Redactie : Mortier Mathias (Bestuurder Connect BV)

Ook binnen uw interesses

alle nieuwsberichten

Deze site gebruikt cookies om uw surfervaring te verbeteren.

Voorkeuren